Planten Tirol versus planten Nederland

Afgelopen zomer ben ik op vakantie geweest in Oostenrijk. Om zoveel mogelijk kennis op te doen van de flora was ik erg nieuwsgierig welke planten ik allemaal tegen zou komen op mijn vakantie. Eerlijk is eerlijk, ik heb nooit mijn aandacht bij de vegetatie gehad en heb er dus ook niet veel naar gekeken. Als ik op vakantie was, keek ik meer naar het algemene plaatje dan naar de details zoals welke plant, welke vogel en welke boom. Ik moet zeggen: de wereld wordt mooier als je ook naar de details gaat kijken.

Overeenkomende planten

Na ongeveer anderhalf jaar bezig te zijn met de flora in Nederland heb ik redelijk wat basiskennis opgedaan, maar dit is nog steeds maar het topje van de ijsberg. Op mijn vakantie in Tirol in Oostenrijk ben ik zowel in de dalen als op de bergen als er tussenin geweest. Hierdoor kon ik goed zien wat er voor verschillen zijn. Want op de berg groeien weer andere planten dan aan de voet van de berg. Dit heeft te maken met het klimaat waar de plant in leeft. Boven zal het sneller koud worden en meer rotsachtig zijn dan beneden.

Wat me als eerste opviel is dat er veel van dezelfde soorten in Oostenrijk zijn die we in Nederland ook hebben. Zo heb je het Wilgenroosje (foto nummer 6 t/m 9), Duizendblad (foto nummer 13), Rode klaver (foto nummer 25)  en Engelwortel (foto nummer 10/11). Wie weet herken je hier een aantal planten van, want deze komen veel voor in Nederland. De Rode klaver is sowieso een paarse bloem in Nederland maar hier leek hij wel een intensere kleur te hebben waardoor hij bijna donkerroze leek. Dit kan te maken hebben met de voedingsstoffen die in de bergen voorkomen.

Graslanden

Na twee jaar niet naar de bergen te zijn gereisd, waren het de groene grasvelden die ik mij het beste herinnerde. Echter, in Tirol zag ik vooral velden met witte schermbloemigen (zie foto 12). Ik dacht eerst dat het Wilde peen was maar bij dichterbij kijken zag ik dat het voornamelijk Gewone berenklauw was. Deze plant zorgt voor veel voeding voor insecten, dus het kan zijn dat dit een beleid is om de achteruitgang van de insectenpopulatie tegen te gaan. Maar daar heb ik mij voor nu niet in verdiept.

Een andere plant die ik in Tirol heb leren kennen is Stijve ogentroost (zie foto 38/39). Wat een mooi plantje is dit. En ook geheel logisch dat ik dit plantje nog niet kende: deze plant komt namelijk een stuk minder algemeen voor in Nederland, waar hij in Tirol juist in elk grasland wel te vinden is. Dit naast de Blaassilene (zie foto 3/4). De Blaassilene zie je sporadisch in Nederland maar komt wel in geheel Nederland voor. Maar in Tirol kun je de Blaassilene wel in elk grasland vinden met grote aantallen.

Sommige graslanden in Tirol kleuren paars. Dit kun je goed zien op foto 20 . De reden dat deze paars kleuren is door de Bosooievaarsbek (zie foto 32/33). Vooral de vruchten vallen op omdat die op een ooievaarsbek lijken. Hierdoor kan je wel direct zien dat het een soort is die bij de ooievaarsbekfamilie hoort.

Planten in de hoge bergen

Als je richting de toppen van de bergen gaat zal je niet veel vegetatie tegenkomen. De reden is dat deze voornamelijk uit steen bestaan. Maar als je net onder die grens kijkt zie je toch een aantal planten verschijnen die je beneden niet gauw zal tegenkomen. Zoals de in groten getale aanwezige Vederdistel (Spiniest distel ook wel genoemd) die te zien is op foto 17. Of de Bolrapunzel (foto 30/31) met zijn sierlijke lintbloemen die naar binnen zijn gebogen. Een heel bijzondere plant is dit om te zien. Deze plant komt in Nederland weinig tot niet voor. Mocht je hem tegenkomen dan mag je er ook niet aankomen omdat deze beschermd is. Hij is in Nederland maar op 7 plekjes te vinden in zijn natuurlijke voorkomen.

De Knikkende distel (zie foto 37) met zijn mooie felroze bloemen kom je in Nederland wel tegen maar zeker niet algemeen. Maar ook in Tirol is het niet een plant die je vaak zult tegenkomen.

Twee andere planten die ik hoog op de bergen vond waren de Rode schijnspurrie (zie foto 40) en Rozenkransje (zie foto 36). De Rode schijnspurrie is een plant waarbij de bloemen alleen maar voor 2 uur per dag open gaan en dat alleen op dagen met mooi weer. Als het bewolkt is, zal deze al niet open gaan. Het is een zeer algemene plant in Nederland. Het Rozenkransje daarentegen komt vrij weinig in Nederland voor, namelijk maar op 10 plekken en allemaal in het noorden. In Tirol kwam ik hem hoog in de berg tegen waar hij aardig veel voorkomt.

De mooiste plant

De mooiste plant die ik op deze reis ben tegen gekomen is de Spinnenwebhuislook (Sempervivum arachnoideum), te zien op foto 26 t/m 29 Dit is een vetplantje dat ik spontaan op mijn pad tegenkwam en tussen de rotsen te vinden was. In Nederland is deze weinig tot niet te vinden. Deze kun je maar op 16 plekken in Nederland vinden. Ik ben blij dat ik kennis heb kunnen maken met deze mooie plant met zijn mooie bloem!

Paardenbloem versus klein hoefblad

Momenteel zie je twee gele bloemen in de berm die erg op elkaar lijken. Ze zijn allebei geel en de bloemen bestaan uit lintbloemen. Ook wel gezegd heel veel (wel honderden) kleine bloemen, zie foto 1 en 2. Beide horen ze tot de composietenfamilie en dat is ook niet raar want ze lijken erg op elkaar.  Een daarvan is bij ons allemaal wel bekend en dat is de paardenbloem. Een echte bijentrekker. Velen zien deze bloem als onkruid (kruid dat ongewild is) maar de bloemen brengen veel nectar mee waar de insecten gebruik van maken. Dus ik zou zeggen, laat hem lekker staan! De paardenbloem bloeit het hele jaar door, maar in april bloeit de bloem op zijn best. Als je de paardenbloem bij de steel door midden breekt zie je wit melksap tevoorschijn komen.

De andere gele bloem die erg lijkt op de paardenbloem is klein hoefblad. Deze bloem bloeit alleen in januari, februari en maart. Je zou je zo kunnen vergissen welke van de twee je nu voor je hebt. Op foto 11 zie je de twee bloemkoppen naast elkaar. Wat opvalt is dat klein hoefblad kleiner is dan de paardenbloem. Ook bij de steel van klein hoefblad zie je schubben terwijl bij de paardenbloem geen enkel blad op de steel te vinden is. Deze heeft alleen een rozet (bladeren in het rond aan het begin van de stil, zie foto 3). Een ander opvallend punt is de bladeren. De bladeren van de paardenbloem zijn lancetachtig terwijl die van klein hoefblad rondachtig zijn en ook opvallend groot.

Naast de vergelijking van paardenbloem en klein hoefblad heb je ook nog het grote hoefblad. Het grote hoefblad lijkt qua bloem niet op de andere twee maar behoort wel tot dezelfde familie. De bladeren van groot en klein hoefblad hebben dezelfde vorm maar die van groot hoefblad kunnen wel een halve meter groot worden. Ze hebben veel weg van de bladeren van rabarber evenals de stelen. De bloemen zie foto 14 zijn paars en bestaan uit verschillende bloemknoppen die weer bestaan uit meerdere buisbloemen.

Leuk weetje: klein en groot hoefblad zijn enkele van de weinige planten in Nederland waarbij de bloem eerst bloeit voor dat de bladeren worden gevormd.

Uitdaging: Welke van de twee stengels op foto 4 is de paardenbloem?

Ga maar eens op pad en kijk welke van de drie soorten jij kan zien op dit moment.

Gewoon speenkruid – Ranunculus ficaria

Nu (februari) zie je overal speenkruid opkomen. Vooral het groene bladerdek maar als je geluk hebt ook al de gele bloemen van de plant. Echter komen de meeste bloemen pas in maart en april tot bloei. Toen ik de naam voor het eerst hoorde kon ik de link nog niet leggen met de plant. Gaande weg heb ik geleerd dat het speenkruid zo word genoemd omdat hun knolletjes onder de grond op een speen kunnen lijken. Op foto 3 zie je hier een voorbeeld van. Je ziet de wortels en daartussen zie je de knollen zitten. De bladeren zijn hartvormig en van onder duidelijk geaderd zoals je kunt zien op foto 7. Speenkruid heeft 6 tot 12 gele kroonbladeren. Het is een mooie bodembedekker die je vaak aan de waterkant zoals de berm kunt vinden. Het is een giftige plant op de kroonbladeren na. Al smaken die niet erg lekker als ik het mag geloven. Een leuk weetje is dat hij familie is van de boterbloem!

Eindejaars Plantenjacht Floron 

Toen ik in de zomermaanden de planten allemaal zag groeien en bloeien was ik erg nieuwsgierig hoe het er in de winter uit zou zien. Welke planten nog aanwezig zouden zijn, welke nog groen zouden zijn en welke zelfs misschien nog zouden bloeien. Hierom besloot ik mee te doen aan de Eindejaars Plantenjacht van Floron. Op 29 december ben ik op pad gegaan en de bedoeling is dat alles wat echt in bloei staat te noteren. Dus je kijkt dan specifiek naar bloemen of grassen die in bloei staan.

Enthousiast ben ik op pad gegaan met de verwachting hooguit 10 planten tegen te komen die in bloei staan. Ik hoorde wel dat in het zuiden van Nederland meer planten in bloei zouden staan dan in het noorden. Ook hoorde ik dat in stedelijk gebied meer kans was om bloeiende planten te zien dan buiten buiten het stedelijk gebied. De reden hiervan is dat de huizen warmte uitstralen waar planten gebruik van maken. Ik had er erg veel zin in. Voor deze winteropdracht heb ik volgens de regels een uur buiten gewandeld en ben in totaal 26 bloeiende planten tegen gekomen waarvan ik ze helaas niet allemaal wist te benoemen. Via de volgende link kan je mijn lijst met gevonden soorten vinden: https://www.verspreidingsatlas.nl/projecten/floron/plantenjacht/melding.aspx?id=24d96d71-17b5-493d-a924-916cf8de293e Hieronder een paar foto’s van de bloeiende planten.

Plantencursus Floron

Van april 2021 tot juli 2021 heb ik de basis plantencursus gevolgd bij Floron. Hierbij zijn er verschillende plantenfamilies voorbij gekomen. De planten die voor mij het meest bij zijn gebleven zijn de paarse en witte dovenetel. Deze heb ik met elkaar vergeleken. De verschillen kan je hieronder zien in een pictogram. Wat me opvalt is dat de paarse dovenetel het hele jaar rond te zien is maar het meeste groeit in april-mei. En de witte dovenetel komt wat later op maar dan ook met volle overtuiging in de zomermaanden. In de winter zie je de witte dovenetel niet. De dovenetel lijkt sterk op de brandnetel. Hierom maak ik soms nog wel eens het grapje om de plant aan iemand te geven met het effect dat ze schrikken omdat ze denken een brandnetel in de hand te hebben.

De paarse dovenetel – Lamium purpureum behorend tot de lipbloemenfamilie
De witte dovenetel – Lamium Album behorend tot de lipbloemenfamilie